Misschien staat vastgoed ver van je af, je bent niet de enige. Veel mensen durven nog niet in vastgoed te investeren. Je denkt dat het ver van je af staat en het enorm lastig is om te investeren in vastgoed. Toch blijkt het redelijk eenvoudig te zijn, je moet alleen even tijd nemen om je er in te verdiepen. Ontdek of vastgoed iets voor je is. 

Wat is vastgoed?
Investeren in vastgoed, wat is dat nu eigenlijk? Vastgoed is een synoniem voor ontroerend goed, dit kunnen huizen, winkels of bedrijfspanden zijn. Niet alleen de gebouwen zelf maar ook de grond waar het op staat kan beschouwd worden onder vastgoed. De waarde van grond en panden zijn relatief hoog waardoor het aantrekkelijk is om er in te investeren omdat eigenaren dit geld vaak niet hebben. Wanneer meerdere mensen dit geld wel samen kunnen brengen kan iemand dit makkelijker kopen omdat hij of zij een lange tijd heeft om jou terug te betalen. Je krijgt hierbij zowel jouw investering terug als een extra percentage op die investering. 

Hoe investeer je in vastgoed?
Investeren in vastgoed kan op een aantal verschillende manieren. Je kan zelf een pand kopen en deze verhuren. Of je kan kiezen voor een veiligere manier door te investeren in een vastgoedfonds. Een andere manier is beleggen in vastgoed door middel van crowdfunding. Maak altijd een berekening met een doel. Koop je vastgoed om te sparen voor je pensioen? Of koop je vastgoed om binnenkort op wereldreis te kunnen? 

Stappenplan beginnen met vastgoed:
Stap 1: je financiele situatie in kaart brengen
Stap 2: inlezen hoe je precies geld verdient met vastgoed en welk type vastgoed bij jouw situatie past
Stap 3: een financieringsplan opstellen 
Stap 4: vastgoed vinden i.s.m.  een makelaar of tussenpersoon en door te netwerken
Stap 5: aankopen in de praktijk
Stap 6: jouw vastgoedproject gereed maken 
Stap 7: verhuurovereenkomsten opstellen, verhuren en begrijpen hoe je belastingaangifte over vastgoed moet doen

Hoe kan ik investeren met weinig vermogen? 
Het grootste vooroordeel over investeren in vastgoed is dat je een groot vermogen moet hebben om in te stappen. Laten we dit gelijk uit de lucht halen, dat is niet nodig. Je kan ook met een klein vermogen investeren in vastgoed. Stel je hebt op de bankrekening 5.000 euro waar je nu weinig rente over krijgt, dan is het slim om dit geld te investeren. 

Vastgoed is meer dan alleen een huis kopen
Vastgoed kent veel verschillende soort gradaties, kantoren, parkeerplaatsen, garageboxen of een vakantiewoning. Je hoeft niet per se een huis te hebben of te kopen om vastgoedbelegger te worden. Er zijn dus veel meer kleuren in vastgoed beleggen. Én je doet dit niet altijd alleen! Het kan ook samen. Bijvoorbeeld met vrienden of kennissen. Je legt dan samen een bedrag in om te gaan investeren. Beleggen in vastgoed is vrij zeker. Je koopt een aantal stenen en deze stenen staan er in principe over 10, 15 of 20 jaar nog. Hierbij heb je een zeker rendement. De waardestijging door de jaren heen zorgt voor overwaarde. Daarnaast heb je nog een indirecte stroom van huur die je maandelijks of jaarlijks binnen krijgt. 

Beleggen in het buitenland
Vanwege de huidige Nederlandse markt kijken steeds meer mensen naar een vastgoedbelegging in het buitenland. Verdiep je van tevoren goed in de lokale regels, de financieringsregels en verhuurbaarheid. Dit zijn de meest belangrijke punten bij een aankoop in het buitenland. Er gelden nou immers andere regels dan hier in Nederland en dit vergeten veel mensen. Wat je vooral niet moet doen is contracten ondertekenen zonder deze meermaals goed bekeken te hebben. Is het contract in een andere taal? Vertaal dit dan door een professional. Dit kost geld maar is het hierna drie dubbel en dwars waard. Wij krijgen veel de vraag, “is een vakantiewoning in het buitenland het eigenlijk wel waard?”. Dit is afhankelijk van jouw doelstelling. Wil je zelf ook een aantal maanden in het huisje vertoeven én kun je dit verhuren aan toeristen? Dan kan het zeker een goede belegging zijn. Kijk wel goed naar de plek van het huisje. Wat voor weer is er op die plek? Is er altijd zon, zoals op de ABC-eilanden? Hoe is de buurt? Zijn er veel dingen te doen of zit je bijvoorbeeld aan zee? 

De belangrijkste termen op een rij:
BOG: bedrijfsonroerend goed.
DD-onderzoek (due-diligenceonderzoek): het onderzoek dat je uitvoert als je overweegt vastgoed aan te kopen. Denk bijvoorbeeld aan onderzoek naar bouwkundige en juridische aspecten.
Dealsourcer: iemand die voor je op zoek gaat naar een belegging.
Direct rendement: de opbrengsten van je belegging verminderd met de kosten, oftewel dat wat je op je bankrekening overhoudt.
Flippen: het snel opknappen van een huis om dit met winst te verkopen.
Hefboomeffect: het verbeteren van de opbrengst van eigen vermogen met geleend geld, doordat de kosten van de lening minder hoog zijn dan de opbrengsten.
Herengrachtindex: overzicht van huizenprijzen gecorrigeerd met inflatiecijfers, samengesteld door Piet Eichholtz.
Indexeren: het aanpassen van geldbedragen aan de hand van een zogenaamd ‘indexcijfer’. Dit houdt verband met de inflatie en moet ervoor zorgen dat de koopkracht gelijk blijft.
Indirect rendement: de waardevermeerdering van vastgoed over een bepaalde periode.
In privé: betrekking hebbend op privétegoeden of -beleggingen. Dit in tegenstelling tot tegoeden en beleggingen van een bedrijf. Van groot belang bij de belastingaangifte.
Kapitalisatiefactor: getal waarmee de (markt)waarde van vastgoed kan worden berekend. Deel de koopsom door de jaarhuur om het te berekenen.
Liberale sector: sector waarin woningen boven de huurtoeslaggrens worden verhuurd.
Lineaire hypotheek: hypotheek waarbij de maandelijkse lasten worden berekend door het hypotheekbedrag door de looptijd te delen.
Liquiditeit: het totaal aan liquide middelen waarmee je ‘snel’ aan je betalingsverplichtingen kunt voldoen, denk bijvoorbeeld aan geld op een bankrekening.
LTV (loan to value): de verhouding tussen de hoogte van je financiering en de waarde van je vastgoed.
NAR (netto aanvangsrendement): het rendement na aftrek van alle kosten.
Onderzoeksplicht: de plicht van de koper zo goed mogelijk te onderzoeken wat de staat van een pand is. Onzelfstandige woonruimte: en woning zonder eigen voordeur en/of eigen voorzieningen.
Oplevering: moment bij aanvang of afloop van de huur waarop de staat van het gehuurde wordt bepaald. De bevindingen worden meestal in een opleverrapport vastgelegd.
Reservefonds: fonds met bijdragen voor uitgaven, zoals onderhoudskosten in een vve.
Sociale sector: sector waarin woningen onder de huurtoeslaggrens worden verhuurd.
Splitsingsakte: notariële akte waarin staat hoe een gebouw is opgedeeld en welk deel van de kosten de eigenaar moet bijdragen. Ook worden hier aanvullende afspraken in vastgelegd.
Vermogensopstelling: een weergave van jouw vermogen op papier, bijvoorbeeld aan de hand van loonstroken of jaarstukken.
Vve (vereniging van eigenaren): de organisatiestructuur van alle eigenaren van appartementsrechten in een bepaald gebouw.